Ich bin so jung: Joop Voorn, Ravel, Gesualdo, Marenzio en Palestrina

Concert: 20.15 uur, zaterdag 22 november 2008, Oude of Pelgrimvaderskerk, Aelbrechtskolk 20, Rotterdam- Delfshaven. Entree €15, kaarten aan de zaal. Voor reservering, stuur een e-mail met vermelding van het aantal gewenste kaarten naar .

Centraal in het komende concert staat Joop Voorn. Hij is een van drie componisten die op verzoek van het koor de onvolledig overgeleverde Cantiones sacrae van Gesualdo heeft gecompleteerd, wat ons uitstekend beviel. We zijn er dan ook verguld mee dat hij speciaal voor ons een substantieel werk heeft willen schrijven. Zijn nieuwe compositie is Ich bin so jung, een toonzetting van vijf gedichten van Rainer Maria Rilke. U bent van harte uitgenodigd bij de wereldpremière op 22 november.

Cappella Gabrieli

Maarten Michielsen (links) en Joop Voorn (rechts). Foto: Marion Smits.

In Ich bin so jung heeft het kistorgel dat Cappella Gabrieli liet bouwen een prominente plaats. Het instrument is speciaal toegesneden op muziek uit renaissance en barok, maar u zult horen dat het ook in moderne muziek uitstekend tot zijn recht komt.Naast het orgel spelen in Ich bin so jung twee klarinetten en een strijkkwintet (met contrabas). De muzikanten maken deel uit van het Rotterdams Philharmonisch Orkest, dus dat belooft veel goeds. Joops dochter Hadewych Voorn zingt de sopraansolo, en uiteraard krijgt het koor ook een belangrijke rol.

Tenoren, baritons en bassen

Tenoren, baritons en bassen. Foto: Marion Smits.

Naast Voorns nieuwe compositie en enkele van Gesualdo’s Cantiones sacrae die hij heeft aangevuld zingen we muziek waarmee de componist zich verwant voelt. Bijvoorbeeld het complete werk voor koor a cappella van Maurice Ravel (1875-1937): Trois chansons. Voorn schildert harmonieën met bijzondere kleuren, en ook Ravel was daar een meester in. Hij doet dat in drie uiteenlopende stukken waarvoor hij ook de tekst schreef. In het satirische Nicolette huppelt het nichtje van Roodkapje door de velden; van alle mogelijke aanbidders kiest ze een oude, lelijke, maar rijke man. Trois beaux oiseaux du paradis is een lyrisch stuk waarin drie hemelse boodschappers een meisje vertellen dat haar geliefde op het slagveld is omgekomen – Ravel schreef het stuk in 1915. In Ronde voert hij de wonderbaarlijke verzameling fabeldieren op die allemaal zouden voorkomen in het bos van Ormonde. Helaas hebben oude mensen zonder verbeeldingskracht ze weggejaagd.

Muzikanten van het Rotterdams Philharmonisch Orkest

Muzikanten van het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Foto: Marion Smits.

Gelukkig hoeft u (en hoeven wij) het niet te stellen zonder mooie oude muziek. Joop Voorn volgde contrapuntlessen aan het Istituto Pontificio di Musica Sacra in Rome. Dat deel van zijn muzikale vorming laten we ook horen, in het Ave Maria van Palestrina (1525-1594) en twee grote en grootse twaalfstemmige motetten van Luca Marenzio (1553-1599).

Tekst: Dick van Teylingen.

Programma

Joop Voorn:
Ich bin so jung

Don Carlo Gesualdo da Venosa (1560-1613):
Sacrae cantiones per sei voci (1603)

G. P. da Palestrina (1525-1594):
Ave Maria

Maurice Ravel (1875-1937):
Trois chansons

Luca Marenzio (1553 – 1599):
Lamentabatur Jacob
Superflumina Babylonis

Cappella Gabrieli dankt het Prins Bernhard Cultuurfons, VSBfonds, DKC Rotterdam en KIEN (Kunstfactor).