Entflieht auf leichten Kähnen, Webern

Entflieht auf leichten Kähnen
berauschten Sonnenwelten
daß immer mildre Tränen
euch eure Flucht entgelten.
Seht diesen Taumel blonder
lichtblauer Traumgewalten
und trunkner Wonnen sonder
Verzückung sich entfalten.
Daß nicht der süße Schauer
in neues Leid euch hülle –
es sei die stille Trauer
die diesen Frühling fülle.

Vlucht op ranke boten
uit dronken zonnewerelden.
Dat steeds mildere tranen
jullie je vlucht vergoeden.
Zie deze duizeling van blonde
lichtblauwe wijdse dromen
en dronken verrukkingen
zich zonder extase ontplooien.
Laat niet de zoete huivering
jullie dompelen in nieuw verdriet–
Laat het de stille treurnis zijn
waar deze lente vol van is.